RECHT OP RECTIFICATIE VOOR DE BETROKKENE

Artikel 16 van de AVG luidt als volgt: De betrokkene heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke onverwijld rectificatie van hem betreffende onjuiste persoonsgegevens te verkrijgen. Met inachtneming van de doeleinden van de verwerking heeft de betrokkene het recht vervollediging van onvolledige persoonsgegevens te verkrijgen, onder meer door een aanvullende verklaring te verstrekken. 

Dit recht wordt als volgt toegepast: 

  1. Het recht om onvolledige persoonsgegevens te laten vervolledigen, afhankelijk van het doel van de verwerking. Daarbij kan het zijn dat de betrokkene een aanvullende verklaring geeft bij de onvolledige gegevens.
  2. Recht op correctie van onjuiste persoonsgegevens.
  3. Rectificatieverzoeken moeten door de verwerkingsverantwoordelijke worden behandeld.
  4. Rectificatie is vaak gebaseerd op de informatie die voortvloeit uit een voorafgaand verzoek van inzage door de betrokkene.
  5. Verzoeken om rectificatie kunnen zowel mondeling als schriftelijk bij de verwerkingsverantwoordelijke worden ingediend. 

Op deze manier wordt de juistheid ervan gegarandeerd en is er dus sprake van een rechtmatige verwerking. De verwerkingsverantwoordelijke moet de betrokkene die zijn recht op rectificatie wenst uit te oefenen, identificeren met behulp van passende middelen. Zo kan het aanvullende informatie vragen om de identiteit van de betrokkene te bevestigen. De betrokkene kan gevraagd worden om documenten of informatie over de onnauwkeurigheid van de persoonsgegevens voor te leggen. De verwerkingsverantwoordelijke moet dit immers ook kunnen verifiëren. 

Wanneer de rectificatie betrekking heeft op onvolledige gegevens, kan de betrokkene deze informatie aanvullen door middel van een aanvullende verklaring. In deze verklaring verstrekt u de verwerkingsverantwoordelijke de nodige informatie om de gegevens aan te vullen waarover het beschikt. Daarom moet worden nagegaan of de persoonsgegevens die van de betrokkene of van een andere bron zijn verkregen, noodzakelijk zijn om het doel of de doeleinden in kwestie te bereiken. 

De uitoefening van dit recht is kosteloos, tenzij het verzoek duidelijk ongegrond of buitensporig is, met name vanwege het repetitieve karakter ervan. De verwerkingsverantwoordelijke is degene die deze uitersten moet aantonen. 

In deze gevallen kan een redelijke vergoeding worden toegepast op basis van de gemaakte administratieve kosten of de weigering om het verzoek in behandeling te nemen. 

De verwerkingsverantwoordelijke is verplicht om binnen een termijn van maximaal een maand na ontvangst te reageren op elk verzoek tot uitoefening van de rechten. In geval het gezien de complexiteit of het aantal verzoeken niet kan worden behandeld, kan de termijn tot twee maanden worden verlengd.